Column najaar 2020
Alle Menschen werden Brüder
Hoe is het nu? Houd je het vol? Gaat het wel? Heb je nog puf om naar buiten te gaan, je wandelgroep is toch gestopt? Je komt zeker niet meer aan contacten toe? Je cursus gaat natuurlijk ook niet door. Je zult het wel extra zwaar hebben. Kun je je hulpverlener nog life zien? Goed bedoelende maar suggestieve vragen voor een mens met een psychiatrische kwetsbaarheid en die mens heeft het zwaar.
Hoe verhoudt hij of zij zich tot de mens zonder een psychiatrische aandoening: de Corona mens?
De twee groepen lijken dichter naar elkaar toe gegroeid. Elk mens wordt getergd, angsten raken op de voorgrond, korte lontjes ontvlammen als je in de supermarket weer eens de pas wordt afgesneden. Je adem lijkt op te raken bij het praten met een kapje op de mond. De schichtigheid van de kwetsbare mens verspreidt zich nu over iedereen. Het op je hoede zijn voor Corona maakt defensief.
De wereld lijkt een absurd schouwtoneel. Het beeld van de mondige mens met een mondkapje op in elkaar gedoken, gezeteld in een te volle tram met een grote boodschappentas dan maar op schoot gehesen.
Weten we waar we heen gaan, weten we nog wat ons perspectief is?
Gelukkig is er de thuiskomst waar je alle bescherming van je af laat vallen.
Huizen worden holen. Zelfs een koning komt door zijn geplaagde geweten terug naar huis en naar zijn onderdanen om gelijk te zijn als hij gelijk kàn zijn.
Alle Menschen sind Brüder
————————————————————————————————————–
Column voorjaar 2020
Geven en nemen, wij zijn allen aan zet
De kwetsbaren hebben extra steun en aandacht nodig. Wij, mensen met een psychiatrische aandoening hebben het al zo zwaar en dan nog de Corona erbij. De ouderen onder ons zitten nog meer vast dan ze al zitten Maar wie zijn in deze Corona tijd eigenlijk de kwetsbaren? Zou het zo kunnen zijn dat mensen die psychiatrische problemen kennen mogelijk een voorsprong hebben in deze tijd?
Wij kennen het isolement van een depressie of psychose of de verterende en verlammende angst. Wij kennen het gevoel afgesneden te zijn, geen winkels meer in te durven gaan, wij kennen de wanhoop, het totaal niet zien zitten met jezelf, het gevoel geen bruggen te kunnen slaan naar de wereld die voor gewoon doorgaat, wij kennen de zwaarte en de zinloosheid van alle dagelijkse handelingen die bewegingloos maakt. Wij kennen het weken en maanden thuiszitten, wij kennen het niet meer willen leven maar we zijn er nog. We leerden er mee om te gaan, we leerden stap voor stap verzetten, we leerden de pijn te verduren en de tijd dan maar een kans te geven. We namen onszelf bij de teugels om niet uit het leven te vallen, we bleven op de bok zitten.
Dit alles maakt de persoon met een psychiatrische kwetsbaarheid mogelijk tot iemand die ervaring en wijsheid kan géven in plaats van krìjgen.
Wat kunnen we onze hulpverleners geven, hoe kunnen we ze een hart onder de riem steken?!
En dan nog iets. Corona confronteert met eigen kwetsbaarheid. Iedereen moet eraan geloven of je nu gek wordt gemaakt door de contactloosheid of door zeurende kinderen. Een ieder wordt geconfronteerd met de grenzen van geduld en volhouden en van een beschaafd zelf.
Wij kennen die kwetsbaarheid tot diep in onze tenen. We kennen het lijden. Onze kwetsbaarheid is te beschouwen als een gave, die in deze tijd wellicht alleen maar tot meer begrip voor en verbinding met elkaar kan leiden.
Geven en nemen, we zijn allen aan zet.
————————————————————————————————————–
Column najaar 2016
Kwetsbaarheid – van lijden aan naar zorgen voor
Na de diagnose
Op mijn 38-ste bleek ik de manisch depressieve stoornis onder de leden te hebben. Nou ja, die zat daar dus al heel lang. Het krijgen van een diagnose van een psychiatrische aandoening was een klap. Maar tegelijkertijd ging deze ook gepaard met opluchting: éindelijk begrip en erkenning voor het worstelen met het leven. Tot dan toe had ik dat vooral op mezelf en mijn karakter verhaald. Daarnaast bracht de diagnose ook hoop met zich mee. Ik herinner me vaag dat ik zoiets voelde toen ik aan de veel belovende lithium ging. Maar: ik had wel een chronische ziekte, en ik moest dagelijks pillen gaan slikken en voorlopig zat ik nog niet in het zadel maar wel in een kliniek.
De weg van herstel
Op een gegeven moment kreeg ik door dat écht herstellen van een psychiatrische aandoening er niet in zit. Het ‘U zult ermee moeten leven’ bleek een refrein uit menig mond. ‘Herstellen’ zoals de Van Dale het omschrijft gaat over “weer gezond worden, beter worden, repareren, er weer een geheel van maken”. Iets bescheidener en voor ons kwetsbaren reëler klinkt: “aansterken, bijspijkeren en opkalefateren”. Want in wezen weten we wel: beter worden zit er niet meer in. Ik moest gaan inleveren. Inleveren is bijvoorbeeld bedenken hoeveel dagen je nog kunt werken en of je überhaupt nog wel weer aan de slag zal komen, bepalen hoeveel nachtrust je nodig hebt om in het gareel te blijven en hoe geanimeerd je avond nog kan zijn. Het is met vallen en opstaan uitzoeken hoeveel lol en vreugde en opwinding je jezelf nog kunt veroorloven voordat er weer een hypomanie voor de deur staat en hoe somber je nog kunt zijn alvorens in het zwarte gat van een depressie te verdwijnen. Voor mij betekende dit dat mijn pensionering vroeger begon dan persoonlijk en maatschappelijk gewenst.
Een doel om voor te leven
Na deze periode van afzien, reikte ik weer naar het licht. Ik had een nieuw doel nodig om voor te leven en dan vooral met een handreiking naar de kwetsbaarheid. Ik had inmiddels genoeg gekregen van een maatschappij waarin de kwetsbare er zo bekaaid vanaf komt. Ik vond een kwaliteit in mijzelf die ik wilde gaan inzetten: ik werd ervaringsdeskundige. Ik zette me als ervaringsdeskundige in binnen de Suïcide Preventie Commissie van GGZ inGeest en ging trainingen geven aan ex-psychiatrische patiënten die ook ervaringsdeskundige wilden worden. Inmiddels werk ik mee aan de oprichting van de Herstelacademie Haarlem en Meer. Ik heb de cursus ‘Vallen en Opstaan’ gegeven, waarin we lazen over en uitwisselden hoe met kwetsbaarheid te leven in een wereld van prestatie en competitie. In het najaar 2017 geef ik deze cursus voor de tweede keer. Daarnaast geef ik samen met een geestelijk verzorgster van GGZ inGeest de cursus ‘Hoe overleef ik mijn doodsgedachten’ voor mensen die hier terugkerend mee worstelen.
Hoewel ik beslist niet uit liefde een huwelijk met mijn bipolaire stoornis moest aangaan, ben ik op een punt gekomen dat we nu in zekere vrede samenleven. In plaats van lijden aan de bipolaire stoornis, gebruik ik nu de kwetsbaarheid die ermee gepaard gaat als een richtsnoer voor mijn verdere ontwikkeling en om te zorgen voor de gekwetste medemens.
Column najaar 2020
Alle Menschen werden Brüder
Hoe is het nu? Houd je het vol? Gaat het wel? Heb je nog puf om naar buiten te gaan, je wandelgroep is toch gestopt? Je komt zeker niet meer aan contacten toe? Je cursus gaat natuurlijk ook niet door. Je zult het wel extra zwaar hebben. Kun je je hulpverlener nog life zien? Goed bedoelende maar suggestieve vragen voor een mens met een psychiatrische kwetsbaarheid en die mens heeft het zwaar.
Hoe verhoudt hij of zij zich tot de mens zonder een psychiatrische aandoening: de Corona mens?
De twee groepen lijken dichter naar elkaar toe gegroeid. Elk mens wordt getergd, angsten raken op de voorgrond, korte lontjes ontvlammen als je in de supermarket weer eens de pas wordt afgesneden. Je adem lijkt op te raken bij het praten met een kapje op de mond. De schichtigheid van de kwetsbare mens verspreidt zich nu over iedereen. Het op je hoede zijn voor Corona maakt defensief.
De wereld lijkt een absurd schouwtoneel. Het beeld van de mondige mens met een mondkapje op in elkaar gedoken, gezeteld in een te volle tram met een grote boodschappentas dan maar op schoot gehesen.
Weten we waar we heen gaan, weten we nog wat ons perspectief is?
Gelukkig is er de thuiskomst waar je alle bescherming van je af laat vallen.
Huizen worden holen. Zelfs een koning komt door zijn geplaagde geweten terug naar huis en naar zijn onderdanen om gelijk te zijn als hij gelijk kàn zijn.
Alle Menschen sind Brüder
————————————————————————————————————–
Column voorjaar 2020
Geven en nemen, wij zijn allen aan zet
De kwetsbaren hebben extra steun en aandacht nodig. Wij, mensen met een psychiatrische aandoening hebben het al zo zwaar en dan nog de Corona erbij. De ouderen onder ons zitten nog meer vast dan ze al zitten Maar wie zijn in deze Corona tijd eigenlijk de kwetsbaren? Zou het zo kunnen zijn dat mensen die psychiatrische problemen kennen mogelijk een voorsprong hebben in deze tijd?
Wij kennen het isolement van een depressie of psychose of de verterende en verlammende angst. Wij kennen het gevoel afgesneden te zijn, geen winkels meer in te durven gaan, wij kennen de wanhoop, het totaal niet zien zitten met jezelf, het gevoel geen bruggen te kunnen slaan naar de wereld die voor gewoon doorgaat, wij kennen de zwaarte en de zinloosheid van alle dagelijkse handelingen die bewegingloos maakt. Wij kennen het weken en maanden thuiszitten, wij kennen het niet meer willen leven maar we zijn er nog. We leerden er mee om te gaan, we leerden stap voor stap verzetten, we leerden de pijn te verduren en de tijd dan maar een kans te geven. We namen onszelf bij de teugels om niet uit het leven te vallen, we bleven op de bok zitten.
Dit alles maakt de persoon met een psychiatrische kwetsbaarheid mogelijk tot iemand die ervaring en wijsheid kan géven in plaats van krìjgen.
Wat kunnen we onze hulpverleners geven, hoe kunnen we ze een hart onder de riem steken?!
En dan nog iets. Corona confronteert met eigen kwetsbaarheid. Iedereen moet eraan geloven of je nu gek wordt gemaakt door de contactloosheid of door zeurende kinderen. Een ieder wordt geconfronteerd met de grenzen van geduld en volhouden en van een beschaafd zelf.
Wij kennen die kwetsbaarheid tot diep in onze tenen. We kennen het lijden. Onze kwetsbaarheid is te beschouwen als een gave, die in deze tijd wellicht alleen maar tot meer begrip voor en verbinding met elkaar kan leiden.
Geven en nemen, we zijn allen aan zet.
————————————————————————————————————–
Column najaar 2016
Kwetsbaarheid – van lijden aan naar zorgen voor
Na de diagnose
Op mijn 38-ste bleek ik de manisch depressieve stoornis onder de leden te hebben. Nou ja, die zat daar dus al heel lang. Het krijgen van een diagnose van een psychiatrische aandoening was een klap. Maar tegelijkertijd ging deze ook gepaard met opluchting: éindelijk begrip en erkenning voor het worstelen met het leven. Tot dan toe had ik dat vooral op mezelf en mijn karakter verhaald. Daarnaast bracht de diagnose ook hoop met zich mee. Ik herinner me vaag dat ik zoiets voelde toen ik aan de veel belovende lithium ging. Maar: ik had wel een chronische ziekte, en ik moest dagelijks pillen gaan slikken en voorlopig zat ik nog niet in het zadel maar wel in een kliniek.
De weg van herstel
Op een gegeven moment kreeg ik door dat écht herstellen van een psychiatrische aandoening er niet in zit. Het ‘U zult ermee moeten leven’ bleek een refrein uit menig mond. ‘Herstellen’ zoals de Van Dale het omschrijft gaat over “weer gezond worden, beter worden, repareren, er weer een geheel van maken”. Iets bescheidener en voor ons kwetsbaren reëler klinkt: “aansterken, bijspijkeren en opkalefateren”. Want in wezen weten we wel: beter worden zit er niet meer in. Ik moest gaan inleveren. Inleveren is bijvoorbeeld bedenken hoeveel dagen je nog kunt werken en of je überhaupt nog wel weer aan de slag zal komen, bepalen hoeveel nachtrust je nodig hebt om in het gareel te blijven en hoe geanimeerd je avond nog kan zijn. Het is met vallen en opstaan uitzoeken hoeveel lol en vreugde en opwinding je jezelf nog kunt veroorloven voordat er weer een hypomanie voor de deur staat en hoe somber je nog kunt zijn alvorens in het zwarte gat van een depressie te verdwijnen. Voor mij betekende dit dat mijn pensionering vroeger begon dan persoonlijk en maatschappelijk gewenst.
Een doel om voor te leven
Na deze periode van afzien, reikte ik weer naar het licht. Ik had een nieuw doel nodig om voor te leven en dan vooral met een handreiking naar de kwetsbaarheid. Ik had inmiddels genoeg gekregen van een maatschappij waarin de kwetsbare er zo bekaaid vanaf komt. Ik vond een kwaliteit in mijzelf die ik wilde gaan inzetten: ik werd ervaringsdeskundige. Ik zette me als ervaringsdeskundige in binnen de Suïcide Preventie Commissie van GGZ inGeest en ging trainingen geven aan ex-psychiatrische patiënten die ook ervaringsdeskundige wilden worden. Inmiddels werk ik mee aan de oprichting van de Herstelacademie Haarlem en Meer. Ik heb de cursus ‘Vallen en Opstaan’ gegeven, waarin we lazen over en uitwisselden hoe met kwetsbaarheid te leven in een wereld van prestatie en competitie. In het najaar 2017 geef ik deze cursus voor de tweede keer. Daarnaast geef ik samen met een geestelijk verzorgster van GGZ inGeest de cursus ‘Hoe overleef ik mijn doodsgedachten’ voor mensen die hier terugkerend mee worstelen.
Hoewel ik beslist niet uit liefde een huwelijk met mijn bipolaire stoornis moest aangaan, ben ik op een punt gekomen dat we nu in zekere vrede samenleven. In plaats van lijden aan de bipolaire stoornis, gebruik ik nu de kwetsbaarheid die ermee gepaard gaat als een richtsnoer voor mijn verdere ontwikkeling en om te zorgen voor de gekwetste medemens.